David en Goliath

Het verhaal van David en Goliath staat in de Nederlandse top 5 van meest geliefde Bijbelverhalen. Als je het leest is ook wel duidelijk waarom; het heeft alles in zich van een spannend jongensboek; de herdersjongen wint met lef, bluf en slimheid. Daarmee vertegenwoordigt hij het goede. En hij wint van een reuzenkrijger, iemand die symbool staat voor al het kwade in de wereld. Het verhaal van David en Goliath gaat daar in de kern over. Het goede tegenover het kwade!

De strijd tussen David en Goliath is ook een wedstrijdje blufpoker, waarin men met woorden probeert indruk op elkaar te maken. Goliath is de sterke man. Hij heeft een onverzadigbaar zelfvertrouwen. Hij, en hij alleen kan de Filistijnen de overwinning bezorgen. Zonder hem, de sterke man, is het volk reddeloos verloren. Anders gezegd; kies mij als uw leider en ik zal u groot maken!

In deze woordenstrijd tussen David en Goliath gebruikt de een nog grotere woorden dan de ander. Goliath hoont zijn tegenstander, lacht hem recht in zijn gezicht uit, denk jij mij met een stok te kunnen verslaan. Laat me niet lachen! Hij dreigt David te maken tot aas voor de gieren en hyena’s. In naam van zijn goden vervloekt hij David. Daar moet David natuurlijk wel wat tegenover stellen in deze psychologische oorlogsvoering; “ik zal je de kop afhakken en ik zal de lijken van de Filistijnen aan de aasgieren en hyena’s ten prooi geven”. En omdat Goliath alles wat hij tegen David riep, deed in naam van zijn goden, kan David natuurlijk op dat terrein ook niet achterblijven. “Ik zal je de kop afhaken opdat de hele wereld weet dat Israël een God heeft die geen zwaard of lans nodig heeft”. Ik weet niet of deze woorden veel indruk hebben gemaakt op Goliath. Het volk Israël werd toch al als een buitenbeentje beschouwd in de regio omdat men slechts een god had, terwijl alle andere volken in de wereld meerdere goden hadden.

Maar daar gaat het in de kern nog steeds niet over dit verhaal. Het verhaal is geen verslag van een gebeurtenis zoals we die dagelijks in de media tegenkomen. De schrijver wil ons met dit verhaal, waar heel veel symboliek in zit, iets vertellen over het koningschap van Israël. Want laten we niet vergeten, op het moment van de confrontatie tussen David en Goliath, was David door Samuel al gezalfd als toekomstig koning van Israël. Als opvolger van Saul dus. Alleen Saul wist dit nog niet. Het was slechts in een klein kringetje van de familie van David bekend. Dat maakt dit verhaal extra pikant.

Even lijkt het erop dat David een zelfde soort koning zou worden als Saul. Wanneer Saul uiteindelijk dan toestemming geeft aan David om de strijd aan te binden met Goliath, hijst deze hem in een harnas en geeft hem een zwaard. Maar dat is wat David niet kan. Hij kan geen koning zijn die zich verschuilt achter gepantserd glas, zich verplaatst in gepantserde auto’s. Hij wil een koning zijn die dicht bij zichzelf blijft, die vertrouwd op de bescherming van god, die vertrouwd op zijn eigen gevoel. Niet als een tweede Saul, als een geharnaste krijger wil David Goliath tegemoet treden. Niet als een Goliath in het klein, maar als zichzelf, als herder. Hij wordt daarin getekend als een man naar Gods hart. Wat een tegenstelling met Saul. Die, net als Goliath, vertrouwd op kracht en geweld en denkt daarmee de wereld te kunnen veroveren. Het tekent aan de ene kant de grootsheid en de moed van David en laat tegelijkertijd zien waar het in het koningschap vaak aan schort.

Het gaat over de tegenstelling tussen herder en krijger. Een koning die het volk zijn eigen weg laat kiezen, die staat in dienst van het volk en de vrede en het welzijn willen dienen. Een koning die zijn zwakheid durft te tonen, die niet van zichzelf getuigt over zijn onmetelijke wijsheid, maar die durft te erkennen dat deze het soms ook niet weet. Een herder laat zijn kudde dwalen over de heide, beschermt de deze en zorgt ervoor dat ze voldoende eten en drinken kan vinden en leidt ze uiteindelijk iedere avond weer naar een veilige stal.

Daar staan andere koningen vaak tegenover. We zien door de geschiedenis heen en zeker ook in onze tijd, steeds weer koningen die net als Goliath, maar ook als Saul, vertrouwen op kracht en geweld. Die niet aarzelen om oorlogen te beginnen. Die niet bang zijn om dit gepaard te laten gaan met spelletjes blufpoker. Die zichzelf graag op de borstkloppen als de “redders van het volk”. Pochen met hun onmetelijke wijsheid. De mening van het volk onderdrukken om hun eigen macht te bestendigen.

Het verhaal van David en Goliath is spannend, maar de afloop is ook voorspelbaar. Uiteindelijk zal de veel sterkere tegenstander in het stof bijten, omdat hij vertrouwd op zijn eigen kracht en het geweld. Terwijl David vertrouwd op het visioen van een god die geen zwaard of lans nodig heeft, die een koning wil zijn als een herder. Dat vertrouwen zal uiteindelijk zegevieren, omdat macht niet langer tegenover macht staat en geweld niet met geweld wordt overwonnen.