Genesis 39: 1 – 20

Jozef en de vrouw van Potifar

Het leven van Jozef is het beste samen te vatten met de  “American Dream”. Van krantenjongen tot president. Dat geldt zo ongeveer ook voor Jozef. De lieveling van zijn vader, gehaat door zijn broers, ontvoerd, verkocht, gevangen gezet en uiteindelijk onderkoning van Egypte en daarmee de op een na machtigste man van de op dat moment bekende bewoonde wereld.  En daar tussendoor speelt zich van alles wat je zou kunnen samenvatten onder het menselijke leven; liegen, bedriegen, verleiding, arrogantie, wraak, cynisme, roof. Zaken waar een mens over het algemeen niet erg trots op is. Maar tegelijkertijd hoeven we daar ook weer niet vreemd van op te kijken; want uitgerekend de bijbel staat vol met dit soort personages en dit soort menselijke verhalen.

Jozef lijkt geboren voor het ongeluk. Je zou kunnen zeggen het is een kwestie van tijd of het gaat wel weer ergens fout. En dat lijkt ook te gebeuren als hij eenmaal in Egypte is aangekomen. Weliswaar als slaaf, maar niet zomaar een slaaf. Potifar zag in hem niet een sjouwer, een harde werker, maar een kamerheer. Dat zal ongetwijfeld met de bouw van zijn lichaam te maken hebben gehad. Het wordt expliciet beschreven; hij wordt mooi van gestalte en schoon van voorkomen. En hij ziet er blijkbaar uit als iemand die te vertrouwen is. Want Potifar maakt hem tot zijn persoonlijk bediende. Tot kamerheer. En als kamerheer heb je toegang tot alle vertrekken van het paleis en word je ingewijd in de intiemste geheimen van je heer. Een vertrouwensvolle functie. Maar tegelijkertijd is er van Jozef als slaaf ook geen enkel gevaar te duchten en al zeker geen concurrentie.

Maar wie mooi is loopt blijkbaar ook gevaar. Want zo iemand wekt begeerte op! De vrouw van Potifar laat haar ogen vallen op deze knappe jongeman. Tenslotte blijft hij voor haar een slaaf, een bezit, waarover zij meent te kunnen beschikken naar willekeur. Hier is geen sprake van echte liefde. Maar hier is eerder sprake van bezitsdrang. De vrouw van Potifar is het beeld van een wereld die zichzelf als middelpunt ziet, waar alles omdraait en die zich menen te mogen toe-eigenen waar zij, op grond van hun maatschappelijke positie menen recht op te hebben. Louter en alleen om hun eigen behoefte veilig te stellen.

Daar waar Jozef zich een positie dacht te hebben te verworven, waarin hij dacht redelijk veilig te zijn, doemen er opnieuw problemen op aan de horizon. Want mensen die menen recht te hebben op iets, grond van hun maatschappelijke positie en ze worden daarin gedwarsboomd, zijn vaak levensgevaarlijke mensen. Daarin geven zij vaak hun ware aard bloot. Daarin komt vaak aan het licht hun bezitsdrang, hun doel om te heersen. Deze wereld is niet beter te tekenen dan in het beeld van de perverse seksualiteit. Waarin een mens wordt gedegradeerd tot object. Tot bezit. Op de rand van het bed worden mensen vaak ontmaskerd.

Het is daarom misschien ook wel dat Rembrandt de vrouw van Potifar afbeeldt op de tekening, zoals hij haar afbeeldt. Op de rand van het bed, toont hij schaamteloos wat haar ware aard is en wordt zij door Rembrandt daarin ook schaamteloos ontmaskerd.

Een gevolg van deze schaamteloosheid is dat Jozef hier wordt beproefd op zijn betrouwbaarheid. Want laten we eerlijk zijn. Hem wordt de kans geboden om via het bed hogerop te komen. Niet meer te zijn een slaaf, maar te zijn als een heer. En wie zou die kans, in zijn machteloze positie als slaaf, willen laten lopen?

De weigering van Jozef heeft daar alles mee te maken. Hij zegt niet dat hij geen overspel wil plegen. In dit verhaal is daarom ook niet zozeer de seksuele moraal aan de orde, maar het gaat om de verleiding of hij ook de grootste wil zijn.

Aan het hof van de Farao had de vrouw van Potifar blijkbaar de vrijheid om te handelen met haar knechten zoals zij meende dat goed was. Wettelijk zal ze dan misschien ook wel in haar recht hebben gestaan in die tijd. Maar moreel is dit een staaltje van ongewenste intimiteit op de werkvloer. Zij slachtoffert Jozef omwille van haar eigen behoefte tot bevrediging. Ze maakt schaamteloos misbruik van haar machtspositie. Ze houdt geen moment rekening met het vertrouwen dat in hem gesteld was, ze houdt geen moment rekening met zijn positie. Ze is alleen bezig met haar eigen behoefte bevrediging.  Jozef kan geen kant op. Hij is afhankelijk van haar en komt naar haar huis “slechts” om zijn werk te doen.

Misbruik van vertrouwen onder mensen is een daad die regelrecht ingaat tegen het Gods vertrouwen. Maar tegelijkertijd, Gods vertrouwen is geen garantie op succes in het leven. Vooral als het spannend wordt en een mens zich geplaatst ziet voor belangrijke, verstrekkende beslissingen, dan komt god niet om de hoek kijken als een geruststellende instantie, doe goedkeurend, dan wel afkeurend knikt. Een mens blijft zelf verantwoordelijk voor de beslissingen die deze neemt. Jozef blijft zelf verantwoordelijk voor zijn eigen handelwijze, ondanks dat hij in een situatie terecht is gekomen waar hij niet om gevraagd heeft. Hij is daar ook goed van bewust. Geen enkele maal doet hij in deze situatie een beroep op God. Daar waar Jozef misschien dacht dat hij het met zijn eigen betrouwbaarheid wel zou redden, is god de grote afwezige. En de vraag is dan ook waar God is. Jozef lijkt letterlijk overgeleverd aan de heidenen. Het huis van bewaring dat is wat hem wacht, want in zijn positie zal niemand zijn kant van het verhaal geloven. Maar juist daar, in diepte van nacht, want zo mag je de gevangenissen van die tijd wel noemen, komt God hem toch weer tegemoet. God toont zich betrouwbaar, omdat Jozef zich betrouwbaar toonde. Ook al had hij, omwille van zijn eigen hachje, daar beter niet voor kunnen kiezen.