Adelaarsvleugels

adelaarsvleugels
Je herkent ze van verre. Mensen die heen en weer drentelen op een kruispunt in de stad. Op de hoek van de Stoedraaijerstraat en de Vismarkt staan ze met de grote regelmaat.  Ze zien er altijd keurig netjes gekleed uit, tasje om de schouder en een boekje in de hand.  Ze proberen oogcontact met je te maken. Is ze dat gelukt, dan ga je onherroepelijk voor de bijl!  Op deze dinsdagmorgen, in de Keiweek ,gebeurde dat ook. Want ja mogelijk zijn er nog studenten die ze kunnen aanspreken.  Van verre had deze mevrouw, klein van stuk, grijs haar, lange blauwe regenjas, het prototype van een Jehova getuige,  mij gespot en besloten dat ik haar volgende “slachtoffer” zou zijn. Terwijl ik er toch niet studentikoos uitzie.  
“ Meneer mag ik even met u praten over Jezus?”.  Dat mocht, maar daar stelde ik wel een belangrijke voorwaarde aan. Namelijk dat ze met me mee zou lopen. Ik was onderweg, en ik geef toe enigszins verlaat, naar een afspraak. En ik zag het niet zo goed voor me dat ik nog later zou komen, in dit overwegend niet-kerkelijke gezelschap, met het argument dat ik onderweg even over Jezus moest praten. Waarschijnlijk zouden ze me aangekeken hebben alsof ik over water kon lopen. Tijdens het, voor mijn doen rustig, wandelend vertelde deze mevrouw mij wat Jezus voor haar had betekent in haar leven. Het klonk indrukwekkend en oprecht. Ik realiseerde me dat ik in dit gesprek op enig moment ook met “billen bloot” moest en dat de onvermijdelijke vraag zou komen wat Jezus voor mij betekent of zou kunnen betekenen.  Doch voor het zover kwam vroeg de mevrouw mij, enigszins buiten adem, of ik misschien iets rustiger wilde lopen want ze kon me zo moeilijk bijhouden.
Verbaasd bleef ik een ogenblik staan en keek haar aan.  
“Maar mevrouw, als getuige van Jehova, heeft de Heer u toch op adelaarsvleugelen gedragen en tot hier gebracht”, citeerde ik uit mijn hoofd het Bijbelboek Exodus. “Dus hoe kunt u dan moe zijn en mij niet kunnen bijhouden?”.  Ik wist niet dat ik het in me had, want over het algemeen ben ik niet zo goed in het uit mijn hoofd citeren van Bijbelgedeeltes.  Wat haar op haar beurt weer verbaasd naar mij deed kijken. Ik liep weer verder, want mijn afspraak wachtte,  met deze getuige van Jehova aan mijn zijde.  Doch na ongeveer vijftig meter gaf ze het op. “Ik voel dat ik u moet laten gaan” zei ze. Dat klonk zo dramatisch dat ik even dacht  dat een doodsvonnis over me was uitgesproken.  “De Heer stuurt mij op een andere weg”, verklaarde ze zich nader.  Ja, daar kon ik niets anders tegen inbrengen dan volmondig  “Amen”.
full29069038