Langzaam komt de muziek omhoog klanken strooien zich uit. Als een regenboog buigen de tonen zich over mij heen. Strijkende stokken in een harmonieus geheel van het orkest. Tegelijk beroeren zij de snaren van de instrumenten waardoor de muziek zichtbaar wordt. Aanzwellend, dan weer wegebbend drijven de koorleden hun cantilene over de vlakte van gespannen gezichten in een volle zaal. De kleine driehoek, de grote roffel het orgel, het klavecimbel, de solisten, mannelijk, vrouwelijk, maken het verhaal dat wordt verteld compleet. De meester leidt met strakke hand de compositie naar een verderop gelegen hoogtepunt, een Hallelujah, uitmondend in een overtuigend: Amen