Barmhartigheid

barmhartigheid column“Hoe sprong mijn hart hoog op in mij” deze regel uit psalm 122 kwam bij mij binnen, toen ik een paar weken geleden een bericht las dat paus Franciscus had besloten dat er op het grote plein voor het Vaticaan douches gebouwd moesten worden voor de daklozen van Rome. Nu kent een stad als Rome erg veel daklozen, het precieze aantal is onbekend, maar in 2009 liepen de schattingen uiteen van 1500 tot 2000. Dat zijn er veel meer dan wij ons in Nederland kunnen voorstellen. 

Een klein deel van deze groep slaapt dagelijks op de trappen en in de galerijen van het Vaticaan. Daarmee doen zij feitelijk een dagelijks appél op de kerk, alleen al door hun aanwezigheid en zichtbaarheid. Voor de vorige pausen was deze aanwezigheid blijkbaar geen aanleiding om er iets aan te doen. 

Er is veel geschreven de laatste tijd over deze paus. Zijn charisma, zijn uitstraling en zijn beleid. Naar aanleiding van de onlangs gehouden synode over relaties in de Rooms Katholieke Kerk, ontstond er tegelijkertijd ook de nodige twijfels of hij wel genoeg macht zou hebben om het beleid daadwerkelijk te veranderen. Het is bovenmenselijk, ik zou bijna zeggen; goddelijk, om van een mens te vragen om een instituut, dat al meer dan tweeduizend jaar geworteld is, in twee jaar tijd te veranderen. Voor mij laat paus Franciscus iets anders zien. Hij laat zien dat je een kerk niet kunt veranderen door macht, maar wel door barmhartigheid. Zij doel is om te laten zien dat er geen geloofwaardig christendom kan zijn, als de nood van mensen wordt ontkend. Als de kerk indut, vermoeid, ziek en veroudert door het leven gaat, dan is het geen wonder dat de deuren dichtgaan en men alleen nog naar maar binnen kan kijken. In zo’n geval is macht niet het juiste middel om een kerk te vitaliseren. Macht komt altijd van bovenaf, wordt nooit gedragen door de mensen zelf. Maar wordt uitgedragen dor mensen die eigen belangen hebben. 

Met kleine stappen van barmhartigheid laat Franciscus zien dat je een kerk kunt vitaliseren. Dat is geen kwestie van macht, van grootse gebaren, maar juist van de kleinheid van het geloof, dat zich weerspiegelt in barmhartigheid. Als ik de verhalen lees over Franciscus dan zou ik iedere kerk, ook de Protestantse Kerk, een herder toewensen van de statuur van Franciscus. Ja, ook de Protestantse kerk! Want deze man laat onze PKN zien dat missionair kerk zijn niet is; volle kerken, sjaaltjes uitdelen en zadeldekjes verkopen met onzinnige opschriften. Missionair kerk zijn is geen marketing, maar barmhartigheid. Ik hoop niet dat het nog tweeduizend jaar duurt voordat men dat in de PKN gaat begrijpen. Stop met het onzinnige project: missionair-kerk-zijn! En begin, onmiddellijk, met barmhartigheid!