met de ronde trap van zeker weten trede, vele voetstappen vastgekleefd, naar de groene deur die toegang geeft tot wat je nooit meer mag vergeten. Geplaatst in de schaduw van de grote linde een plein waar je kon spelen, mijn eerste heimelijk beminde meisje, dat een snoepje wilde delen. Geregeld overstemd door klokken van het geloof die beieren voor een nieuwe dode als afsluiting van een levens-episode. Dagelijks onderbroken door de trein -treurnis- met kolen als de zwarte manna uit de hemelen der verdoemenis.