Mijn school

met de ronde trap van zeker weten
trede, vele voetstappen vastgekleefd,
naar de groene deur die toegang geeft
tot wat je nooit meer mag vergeten. 

Geplaatst in de schaduw van de grote linde
een plein waar je kon spelen,
mijn eerste heimelijk beminde
meisje, dat een snoepje wilde delen.

Geregeld overstemd door klokken van het geloof
die beieren voor een nieuwe dode
als afsluiting van een levens-episode.

Dagelijks onderbroken door de trein -treurnis-
met kolen als de zwarte manna
uit de hemelen der verdoemenis.