Waarom eet en drinkt U

Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars? In een “waarom” vraag zit altijd een aspect van verantwoording afleggen. Waarom? Op het moment dat wij die vraag stellen wordt de ander geacht een vorm van verantwoording af te leggen tegenover ons.  Jezus wordt geacht verantwoording af te leggen tegenover Farizeeën en Schriftgeleerden over het feit dat hij eet en drinkt met tollenaars en zondaars.

Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars? Ach die arme Levi. Hij wordt als tollenaar op een lijn gezet met zondaars. Terwijl hij misschien wel eerzaam zijn werk doet als tollenaar. Een tollenaar is een douanebeambte. Niet meer en niet minder. Hij doet zijn werk aan de grens en als er mensen voorbij komen houd hij ze aan. Ze moeten dan eerst de wettelijk vastgestelde tolheffing voldoen. Misschien blijft er af en toe iets extra’s over voor hemzelf, als hij kans zag om meer te innen dan wettelijk was toegestaan. Corruptie is nu eenmaal van alle tijden en alle landen.
Hij is een klein radertje in die grote Romeinse rekenmachine. Een klein radertje in dat grote wereldwijde Romeinse rijk van die tijd. Maar dat is precies wat hem wordt kwalijk genomen. Hij heult met de vijand. Hij is in de ogen van velen een landverrader. En met landverraders wisten wij en weten wij wel raad. Daar komt bin dat je als tollenaar heb je nu eenmaal een slechte naam en je komt er nooit meer vanaf.

Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars? Dat zijn de woorden van de Farizeeën en Schriftgeleerden. De woorden van degene die dit verhaal heeft opgeschreven, Lucas, die klinken anders: hij richtte een groot feestmaal aan waarop een groot aantal tollenaars en anderen, samen met Jezus aanwezig waren? Je zou kunnen zeggen het is een taalspelletje, het gaat maar om een woord, maar dat is het toch niet. Wanneer je iemand, zoals de Farizeeën en de Schriftgeleerden dat doen,  een zondaar noemt dan verhef je je zelf boven die ander. Je voelt jezelf moreel superieur aan die ander. Ik ben niet zoals zij, ik ben beter, in ieder geval reken ik mezelf blijkbaar niet tot de categorie zondaars.

Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars? Hoe dat nu met die tollenaar zit dat weten we wel. Maar die zondaars, wie zijn dat dan in de ogen van Farizeeën?  In welke categorie vallen ze eigenlijk dat ze zondaar genoemd worden; moordenaars, fraudeurs, uitbuiters, dictators, mensen die discrimineren, leugenaars, pedofielen, hoerenlopers, verkrachters, vreemdgaanders, godslasteraars? De Bijbel is heel duidelijk over het begrip zondaar.  Degene die het recht verkrachten, zij zijn degene die afdwalen van het rechte pad. Zij zijn de zondaars. Vanuit ons Christelijk denken en geloven kunnen we daar niet zoveel tegen inbrengen, lijkt mij. Met elkaar hebben we in de loop der tijd een rechtsstaat gemaakt, waarin in op democratische wijze in wetten is vastgelegd wat wel en niet getolereerd wordt. En dan spreken we recht op basis van die wetten en straffen we op basis van die wetten. Een vorm van menselijke beschaving. Natuurlijk gaat er daarnaast ook erg veel fout tussen mensen onderling. De Nederlandse democratische rechtstaat verbiedt het vreemdgaan niet en een hoerenloper is ook niet illegaal bezig. Maar ethisch is daar natuurlijk wel het nodige over te zeggen. Wat in ieder geval wel tegen de Bijbel ingaat is het idee dat we op basis van morele superioriteit mensen denken te kunnen verdelen in de categorie zondaars en niet-zondaars. Zondaar zijn is geen moralistisch begrip, alhoewel het door ons vaak wel zo gevoeld en gebruikt wordt. Het tekent eerder een tekort wat in ieder mens nou eenmaal aanwezig is.

Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars? Waarom zou je het niet doen, kan een gerechtvaardigde tegenvraag zijn? Is niet ieder mens geneigd tot zondigen? Onwetendheid, gebrek aan inzicht, neiging tot het kwade ten gunste van zichzelf, hoort dat niet bij de menselijkheid. Want alleen God is toch perfect? Als wij mensen perfect zouden zijn, en ons dus niet rekenen tot de categorie zondaars, dan zouden we dus goddelijk zijn. Maar het tragische van het menselijk leven is, is dat wij mensen met blindheid zijn geslagen. Struikelend, tastend, vallend, opstaand, fouten makend zo verloopt ons leven. Je zou misschien kunnen zeggen; de mens moet wel falen, want dat zit nu eenmaal in hem. Het afwijken van het rechte pad is nu eenmaal een menselijk gegeven. Vandaag gaat het goed en morgen gaat het mis. Vandaag sta je nog aan de goede kant van de streep en morgen sta je aan de verkeerde kant. Vandaag ben je nog een gerespecteerd burger en morgen ben je een dakloze of een crimineel tussen vier muren.

Hij richtte een feestmaal aan voor tollenaars en anderen. In deze formulering wordt niet de zonde benoemd. Hierin wordt het mens-zijn vooropgesteld. Kunnen we daarmee dan concluderen dat we maar wat aan kunnen rotzooien. Nee, want leidend is de rechtstaat en de menselijke ethiek. Maar wat er in deze formulier wel gebeurd is dat de persoon losgekoppeld wordt van de zonde. De leugen wordt veroordeeld, maar niet de leugenaar. Jezus schept geen afstand, maar hij zoekt de mensen, waarvan de samenleving, de gegoede burgerij, zegt dat ze zondaars zijn juist op, om dichterbij te komen. Zijn motief was daarbij niet dat hun zonden niet zo erg waren, maar dat hij hen als mens niet liet vallen, omdat hij hen liefhad.

Het is slechts de liefde, het is slechts de nabijheid die mensen kan doen veranderen. Die mensen zichzelf kan doen bekeren. Mensen veranderen niet door een afstandelijke morele superioriteit. Mensen veranderen niet door afwijzing en veroordeling. Maar mensen veranderen omdat ze merken dat je daadwerkelijk in hen geïnteresseerd bent, dat je bij hen betrokken bent. Wij zijn in onze huidige tijd, in onze kerk, niet zo van het begrip bekering. Maar toch is dat wel een vorm van bekering. Door voor nabijheid te kiezen geven we mensen de kans om, om te keren.

Hij at met tollenaars en anderen. Wat er aan tafel besproken is, geen idee. Dat behoort tot het ambtsgeheim van Jezus, de pastor en voorganger. Dat behoort tot de privacy van de gesprekspartners. Die hebben het recht om in beslotenheid hun levensverhaal te vertellen. De inhoud is voor de buitenwereld niet zo belangrijk. Wat in eerste instantie belangrijk is, is de ontmoeting, de erkenning van het mens-zijn, los van wat er in je leven misging. We kunnen het Bijbelgedeelte van vanmorgen samenvatten door te zeggen; vraag niet naar het waarom, maar luister en oordeel niet.