Naar een diaconale kerk

De titel van dit artikel zou onmiddellijk allerlei vragen kunnen oproepen. Naar een diaconale kerk? Is het niet zo dat de kerk in zijn kern al diaconaal is? Dienen staat toch centraal? En in deze corona tijd zijn er zelfs kerken die hun diensten aanbieden aan de overheid. Daarmee wordt de diaconale kerk toch zichtbaar vorm gegeven? Dat mag misschien zo zijn, maar dat betekent niet automatisch dat we dan ook een diaconale kerk zijn. Erik Borgman schrijft in zijn boek Metamorfosen (2008) “dat het de theologische taak van de kerk bij uitstek is; het onderzoeken van de eigentijdse situatie, de wijzen waarop daarin voor mensen het heilige aan het licht komt en het reflecteren op de gedaante van God die daarin zichtbaar wordt”.

Borgman benoemt in deze formulering een aantal belangrijke zaken. De eerste is dat hij uitgaat van de eigentijdse situatie. Dat is ten alle tijden het startpunt van de diaconale kerk. De diaconale kerk is altijd gericht op de dagelijkse realiteit waarin mensen leven. Sociaal, economisch, cultureel en politiek. In een commentaar op zijn eigen boek noemt hij dat spreken over “God in Nederland”. Dat betekent ook dat er nooit een blauwdruk is te maken van dé diaconale kerk. De diaconale kerk is altijd een product van de werkelijkheid. Kan dus naar gelang van tijd en plaats verschillen. Wat die diaconale kerk gemeenschappelijk heeft is de basis van waaruit gedacht, getheologiseerd en gewerkt wordt. Die basis is het dienen zoals Christus gediend heeft. Hij wilde niet gediend worden, maar wilde dienen in de wereld zoals die zich aan hem voordeed.

De meeste mensen zullen het wel eens zijn met de stelling dat diaconaat, de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid, onlosmakelijk verbonden is met de kern van dat evangelie. Maar de praktijk is weerbarstig. Er is een verschil tussen droom en daad. De diaconale kerk is geen kerk die bestaat omdat in de liturgie verschillende diaconale aspecten; kyriegebed, collecte, avondmaal, prediking keurig aan de orde komen. De diaconale kerk is eerder een denkende en werkende geloofsgemeenschap die zich er van bewust is dat de grond waarop zij gevestigd is, heilig is en een door God gekozen ruimte is voor de verwerkelijking van zijn bevrijdende aanwezigheid. Een geloofsgemeenschap waarbinnen maatschappelijke vraagstukken gethematiseerd worden op basis van eigen ervaringen.

Om deze denkende en werkende gemeenschap te realiseren dient er een ontschotting plaats te vinden. De diaconale kerk is een kerk waarin het scheidingsdenken tussen binnen en buiten wordt losgelaten. In dat scheidingsdenken worden liturgie en catechese gezien als een binnenkerkelijke activiteit. Terwijl diaconaat gericht is op de wereld buiten de kerk. Veelal zie je dat terug in de karakterisering dat het diaconaal werk zich bevindt op de rand van kerk en samenleving, terwijl het theologisch het hart van de kerk is. In dit, m.i. onproductieve, scheidingsdenken bestaat het risico dat de liturgie als louter sacrale aangelegenheid wordt verstaan, terwijl beide hun oorsprong hebben in hetzelfde evangelie waarbinnen gemarginaliseerden voorrang hebben.

De diaconale kerk is een geloofsgemeenschap die in zijn kern eucharistisch is. Niet als sacraliteit, maar als beeld van Christus, van het breken en delen als herinnering aan de onvoorwaardelijke en compromisloze keuze voor de gemarginaliseerde mens, voorbij de dood. Dat is een praktische kant, maar ook een belijdende kant, want het gaat, in theologische zin om concrete mensen in concrete omstandigheden waartoe de christelijke boodschap van heil en bevrijding is gericht. En in die zin is de diaconale kerk ten volle een manier van geloven en een manier van kerk-zijn waarbinnen het heilige aan het licht gebracht wordt en God zichtbaar wordt gemaakt.