Wie geloven wij?

1 Koningen 18: 16 – 40

Thema; wie geloven wij?

Er staan veel merkwaardige verhalen in de Bijbel. En dit is er een van. Een beroemd verhaal, dat dramatisch afloopt. Vierhonderdvijftig priesters in koelen bloede vermoord. Wij zouden het tegenwoordig genocide noemen. En de aanstichter zou zonder twijfel worden vervolgd. Maar zo gaat dat niet in Bijbelverhalen. Waar wij getuige van waren is theater. Heilig theater is het op de berg Karmel. En we weten theater kent lang niet altijd een happy end. Theater kan leiden tot verwarring bij de toeschouwer, zodanig dat je je afvraagt; waar heb ik naar zitten kijken? Sprookjes lopen ook niet altijd goed af, toch blijven de kinderen er gefascineerd naar luisteren en raken ze er soms ook door in verwarring.  

Zo is het ook met dit verhaal. Het thema van het verhaal is; wie geloven wij?  Meteen aan het begin van het verhaal wordt deze vraag aan de orde gesteld. Achab, de koning, de alleenheerser, beschuldigd Elia ervan dat hij, Elia dus, het volk in het ongeluk heeft gestort. Hij noemt Elia zelfs een schandvlek van Israel. Elia slaat terug; ik de schandvlek van Israel? Durft u te beweren dat ik het ben die Israel ontwricht heeft? U heeft Israel aan de rand van de afgrond gebracht.  U bent de schandvlek. Het is het kenmerk van een populistische leider die de verantwoordelijkheid altijd buiten zichzelf leggen. Die verkiezingen alleen maar kunnen verliezen door fraude van de ander. Die de covid pandemie alleen maar kunnen afdoen als fake nieuws. Die journalisten alleen maar kunnen wegzetten als tuig.

Ik heb het niet over de droogte gehad, maar over de problematiek die daaronder ligt. Over het ontbreken van recht voor degene die recht gedaan moeten worden. Daar bent U als koning verantwoordelijk voor, is het antwoord van Elia.  Maar Achab probeert weg te lopen voor die verantwoordelijkheid door Elia te beschuldigen dat hij het volk in het ongeluk stortte. Dat is een merkwaardige manier van omgaan met de feiten. Het is alsof je tegen de Groningers zegt dat zij verantwoordelijk zijn voor de energiecrisis waarin ons land zich nu bevindt. Of tegen de ouders van de toeslagenaffaire wordt gezegd dat het toch echt hun schuld is dat zij nu in de financiële problemen zitten. De feiten zeggen iets anders. Maar in beide gevallen gaat het ook hier om de onderliggende problematiek; dat er recht gedaan wordt.

Maar tegelijkertijd leven wij in een tijd waarin het erop lijkt dat de feiten steeds minder tellen. Politiek leiders duiken weg voor hun verantwoordelijkheid door de feiten zodanig naar hun hand te zetten dat het hen beter uitkomt. Of ze hebben geen herinnering meer aan die feiten. Het internet staat vol met verhalen en theorieën waarin feiten worden verdraaid, aangepast aan wat de verspreiders van deze theorieën het beste uitkomt.  Soms tot aan het absurde toe. Google, Facebook die laten je niet meer ontsnappen als je ooit eenmaal dergelijke berichten hebt aangeklikt. Of stimuleren dergelijke berichtgeving zelfs omdat het in hun verdienmodel past. Het wemelt in onze tijd van de Baäl profeten die hun waarheid aan ons proberen op te dringen. Die de rechtstaat, een staat waar recht wordt gedaan, waar Elia dus voor staat, proberen te ondermijnen. En aan de argeloze burger wordt steeds weer opnieuw de vraag gesteld; wie geloven wij?  Degene die roept dat de gaskranen maar weer open moeten, want we hebben een energiecrisis of degene vinden dat er in de eerste plaats recht moet worden gedaan aan de bewoners.  Wie geloven wij?  Degene die roept dat de coronacrisis allemaal fake is of degene die alles op alles zetten om mensen die aan hun zorg zijn toevertrouwd zo goed mogelijk te helpen?  Gevaccineerde en ongevaccineerden?

Nu blijkt uit het verhaal van vanmorgen dat dat helemaal niet nieuw is. Ook toen, duizenden jaren geleden, werden er al pogingen gedaan om de feiten te verdraaien, waren er volop Baäl profeten die de waarheid naar hun hand wilde zetten. Ook toen al stond het volk voor de vraag; wie geloven wij?  

Met deze vraag staan Elia en Achab recht tegenover elkaar. De koning en de profeet, beide zijn overtuigd van hun gelijk. Beide geloven dat zij de goden of god achter zich hebben? En beide weten niet van wijken. De meningen zijn zo diep ingegraven dat toegeven aan de ander als verlies zou worden ervaren.

Het volk staat erbij en kijkt ernaar. Maar feitelijk heeft het volk al gekozen. Steeds meer, steeds vaker lopen ze achter de Baäl profeten aan en ondermijnen de rechtstaat. Dat is vanuit het perspectief van Elia een zorgwekkende ontwikkeling. Hij weet, nooit zal er vrede kunnen zijn tussen hem en de Baäl profeten.  Het volk denkt dat deze profeten hun belangen dienen. De Baäl belooft het leven, maar hij voert tot de dood. Uiteindelijk weet Elia dat het de rechtstaat die is bevrijdt van de dood en voert tot het leven.  

Dat is precies waarom het verhaal eindigt zoals het eindigt. Het staat er dramatisch: 450 Baäl profeten vermoord. Maar wat er eigenlijk gezegd wordt, met de rechtstaat, met het koninkrijk van god is er geen compromis mogelijk. We kunnen niet een beetje de rechtstaat, niet een beetje het koninkrijk van God onderhouden. Met baal profeten die de feiten verdraaien, met koningen die mensen onderdrukken, met legers die marcheren en de wapens richten op hun eigen bevolking is geen enkel compromis mogelijk. Het is alles of het is niets.

Het is een mooi verhaal. Maar het is theater. Heilig theater.  We zien een strijd op leven en dood tussen recht en onrecht. Een strijd die ieder mens, met zijn eigen Baäl, zal moeten voeren.

Het is theater en het net als je naar een toneelstuk hebt gekeken, je loopt weg, het theater uit, misschien wel in verwarring, en stel je jezelf de vraag: waar heb ik naar gekeken en wie moet ik nu geloven?