Zorgvuldig slordig neergelegd staan de borden en de kopjes liggen de messen op de kale tafel. Het bruine broodje in de plastic zak de croissants op het te kleine bord de boter uitgehold de jam geopend de kaas geschaafd. In stilte wordt aangeschoven doorklieft het mes het croissant rijt het uiteen vallen de kruimels in stil geraas op het bord stuiteren nog even na voor ze doodstil blijven liggen weten niet of ze nog zullen worden gegeten. De tranen maken kringen in de thee woorden slaan dood tegen de onmacht. Moeizaam verdwijnt een hap in de keel Het vult niet de honger wordt niet gestild het verdriet niet gestelpt. Als ze klaar zijn wordt tafel afgeruimd in stilte. Klaar. De lunch voorbij.