Lunch

Zorgvuldig slordig neergelegd 
staan de borden en de kopjes
liggen de messen
op de kale tafel.

Het bruine broodje
in de plastic zak
de croissants op
het te kleine bord
de boter uitgehold
de jam geopend
de kaas geschaafd.

In stilte wordt aangeschoven
doorklieft het mes het croissant
rijt het uiteen vallen de kruimels
in stil geraas op het bord stuiteren
nog even na voor ze doodstil blijven
liggen weten niet of ze nog zullen
worden gegeten.

De tranen maken 
kringen in de thee
woorden slaan 
dood tegen de onmacht.

Moeizaam verdwijnt een hap
in de keel

Het vult niet
de honger wordt niet gestild
het verdriet niet gestelpt.

Als ze klaar zijn wordt
tafel afgeruimd in stilte.

Klaar.

De lunch voorbij.