Sefanja 3

Sefanja is een profeet die ongeveer zeven eeuwen voor Christus werkzaam was in de stad Jeruzalem.  Dat was wel bijzonder. Want zoveel profeten in de Bijbel waren er niet werkzaam in Jeruzalem zelf, de meeste werkte op het platteland van waaruit ze hun geschriften, hun profetieën, uitstrooide over het volk en de machthebbers.

Voor de liefhebbers van geschiedenis kunnen dat interessante weetjes zijn, maar veel interessanter is dat wat Sefanja opschrijft, wat hij om zich heen zag. Onzekerheid, angst en verwoesting. De opstandige, bezoedelde, gewelddadige stad. Die naar niemand luistert, die geen terechtwijzing aanneemt, die niet vertrouwt op de Heer. In alle verwarring die hij in de wereld zag hoopt de profeet dat alles toch nog ten goede zal keren. Dat het volk kan terugkeren naar zijn roots, dat het kan thuiskomen. Sefanja betrekt dat heel sterk op god. Dat is een keuze, maar ook wel een gevaarlijke keuze. Want als het niet gebeurt, als je niet kunt thuiskomen, als er geen veilige haven meer is; wiens schuld is dat dan? Is dat dan de schuld van god? Of is het omdat mensen hun eigen keuzes maken?

Ergens in het boek doet Sefanja een dramatische oproep aan het volk om weer tot zichzelf te komen. Zoek de Heer, smeekt hij het volk. In het derde hoofdstuk lezen we eerst nog een soort mengeling, van waarschuwing dat het echt de verkeerde kant opgaat, maar ook van hoop. De Heer is rechtvaardig, hij laat geen onrecht toe, hij zal het volk thuisbrengen. En het eindigt met een lofzang over Jeruzalem. Een happy end kun je zeggen.

Thuiskomen is een van de centrale thema’s van dit boek van Sefanja

Anouk, is in het nummer Jeruzalem, is op zoek naar die thuiskomst. En ze gebruikt daarvoor het beeld van Jeruzalem. Dat doet ze niet zomaar, maar dat doet ze omdat Jeruzalem staat voor vrede en veiligheid. Daar is zij, in haar wanhoop naar op zoek. Maar tegelijkertijd is er geen stad in de wereld waar zoveel oorlog om is gevoerd dan om Jeruzalem. Jeruzalem staat bij haar ook voor angst en onzekerheid. En zolang er in mensen iets is dat angst en onzekerheid heet, zolang mensen op zoek zijn naar hun bestemming, op zoek naar vrede en veiligheid in zichzelf, dan kan er geen sprake zijn van thuiskomen. Thuiskomen, hoe kwetsbaar het ook kan zijn, is vrede hebben met jezelf, met je eigen omgeving, je bestemming gevonden hebben.

Ik moet denken aan een reportage die ik een aantal maanden geleden zag uit een stad in Jemen. Compleet kapotgeschoten door de oorlog. Wat er nog overeind stond waren skeletten van huizen. Meer niet. De cameraploeg filmde, bij toeval, een gezin dat terugkeerde naar hun huis, na een verwoestend bombardement. En zo goed en zo kwaad als het ging probeerde de vader van het gezin er weer een thuis van te maken. Op een klein eenpittertje werd weer wat eten gekookt. Er werden weer wat matrassen neergelegd, teruggevonden tussen de puinhopen, met wat oude dekens voor de nacht.  Er werd tussen dezelfde puinhopen ook nog een bal gevonden en de kinderen begonnen weer te spelen. ”We zijn weer thuis”, vertelde de vader voor de camera. Terwijl de oorlog ieder moment opnieuw kon uitbreken. Er geen sprake was veiligheid en zeker niet van vrede. En toch was moeilijk, zo niet onmogelijk, om dat beeld van die vader ”we zijn weer thuis” tegen te spreken. Thuiskomen was voor deze vader eerder een gevoel, dan dat hij weer de geborgenheid en de veiligheid had van een huis voor zijn gezin.

Wij kunnen ons daar waarschijnlijk niets bij voorstellen. Wat dit beeld ons zegt is dat thuiskomen niet alleen maar zit in schoonheid, in een mooi groot huis en een warm bed. Het zit ook in een gevoel. Een gevoel van als de bezem er doorheen is gegaan, als de puinhopen van je ziel, van je relatie zijn opgeruimd, als de weg vrij is, als je bent teruggekeerd uit ballingschap, al is het maar naar een kapotgeschoten huis.  Thuiskomen is als er is afgerekend met alles wat mensen kan te neer kan drukken, aan problemen, vragen, angsten, ziektes.

Ik doe jullie terugkeren. Thuiskomen. Je hoeft niet bang meer te zijn. Je hoeft de moed niet meer te laten zakken. En als iemand dat god willen noemen, zoals Sefanja, dan is dat goed!

Sefanja vertrouwd volledig op god. God is in het midden van mensen, een bevrijdende god. God is een mensengod. Hij is altijd vol blijdschap en vreugde en liefde wanneer mensen thuiskomen.

En dan dat ene kleine zinnetje, waar je snel overheen leest; “in zijn liefde zal hij zwijgen”.

Alles is gezegd als we thuiskomen, we hoeven voor god niets meer te verklaren of uit te leggen. Onze liefde hoeft niet te bestaan niet uit veel woorden, uit omstandig uitleggen over wat we voelen en waarom we dingen doen.  In onze liefde hebben we soms genoeg aan een zwijgzame blik, een klein gebaar. In een kapotgeschoten huis, op een eenpittertje, eten koken voor je gezin. Het zit hem in

een kleine maar liefdevolle kus, als we thuiskomen. Zo zit god bij ons, bij mensen, zo oud als de wereld, door diepe dalen en over hoge bergen. Alles is gezegd.