Categoriearchief: Artikelen

Deze pagina bevat mijn theologische artikelen

Marcus 1: 12 – 15

Marcus is het oudste, of zo u wilt het eerste evangelie. Marcus was de eerste die het levensverhaal van Jezus op papier stelde. En dat deed hij zo’n 50 – 100 jaar na de dood van Jezus. Tot dat moment waren de verhalen over Jezus alleen bekend via mondelinge overleveringen. En we weten wel hoe dat kan gaan. Mondelinge overlevering van verhalen betekent vaak dat ze aangedikt worden of juist afgezwakt. Waardoor die verhalen lang niet altijd meer in de buurt komen van de werkelijkheid. Maar de vraag is of dat belangrijk is. Gaat het om dé waarheid of gaat het om het verhaal en wat dat verhaal mensen kan bieden aan hoop of troost.

Nu moeten we twee dingen bedenken. De vervolging van christenen, door de Romeinse heersers, was op het moment dat Marcus begon te schrijven op zijn hoogtepunt. Vele werden om die reden opgepakt, in de gevangenis gegooid of zelfs voor de leeuwen geworpen. En het tweede wat we moeten weten is dat Marcus zijn verhaal begon te schrijven in het centrum van de wereldlijke macht; Rome. Daar woonde en werkte hij.

En we horen Marcus denken; hoe en waar zal ik beginnen? Hij had niets om zich aan vast te houden, behalve dan de verhalen uit mondelinge overlevering. Hoe kan ik mijn arme medechristenen die in de gevangenis zijn geworpen omwille van hun geloof een goed bericht brengen, een evangelie. Hoe kan ik hen hoop en troost bieden met de verhalen over Jezus?

Maar toch begon hij ook niet te schrijven vanuit het luchtledige. Marcus kende de geschriften van de profeten. Jeremia en Jesaja. En steeds wanneer daar sprake is van de komst van een Messiaanse koning, dan is er ook sprake van een wegbereider. Iemand die de weg plaveit voor die koning. Marcus wist dat hij met dat gegeven iets moest doen. Vandaar dat hij zijn verhalen begint met het verhaal van Johannes de Doper. Als wegbereider voor de Messiaanse koning.

Wat opvalt aan de stijl van Marcus, in tegenstelling tot de andere evangelisten, dan is het de uiterste beknopte wijze waarop hij vertelt. Hij valt als het ware met de deur in huis. Voorafgaande aan het gedeelte dat we lazen voert hij dus Johannes op, die Jezus doopt met de woorden; “jij bent mijn geliefde zoon, in jouw vind ik vreugde”. Niet meer en niet minder. Zo kort en krachtig kun je het zeggen.

En dan komt die passage waar ik wat langer bij stil wil staan; “meteen dreef de geest hem de woestijn in. Veertig dagen, waar hij door de satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er temidden van de wilde dieren en de engelen zorgden voor hem”. Ook hier weer dezelfde beknoptheid, in tegenstelling tot Mattheus en Lucas, die vol uitpakken met alle beproevingen die Jezus te verwerken zou krijgen.

In dit korte stukje gebruikt Marcus twee belangrijke aspecten van het beeld van de uittocht. De woestijn en dat getal veertig. Dat getal veertig staat voor volhouden, doorzetten. En de woestijn is de plaats waarin we het ware leven leren. Letterlijk en figuurlijk. Het is de plek waar Satan zijn werk doet. Die ons verleidt. De tegenstrever die met al zijn trucs ons mensen probeert af te houden van het goede nieuws. Die ons eigen ego kietelt. Die ons verteld hoe het leven aan onze voeten ligt, succes voor het grijpen. Het enige wat je ervoor hoeft te doen is een staatslot te kopen of in aanbidding neervallen voor de verleider die ons een geweldige toekomst voorspiegelt. Een toekomst van toen alles nog zo overzichtelijk was.

De woestijn is ook de plek waar het leven onder druk staat. De woestijn, vandaag de dag, is de plek waar het leven uitgeknepen wordt. De Gaza strook, Oekraïne, Jemen en al die plekken die we niet eens bij name kennen. De woestijn is ook de stad van de sloppenwijken, waar de mensen leven in zelf gebouwde hutjes temidden van een open riool, het is de tentenkampen vol vluchtelingen. De woestijn is ook de plek waarvan het lijkt alsof Satan het gewonnen heeft.  Heel slim drijft de Satan ons op die manier tot wanhoop.

Het is, in de woorden van Marcus, uitgerekend die plek waar de geest hem naar uitdrijft. Enerzijds de verleidingen van de Satan weerstaan en anderzijds met eigen ogen zien hoe uitgeknepen het leven kan zijn.  De geest drijft hem uit, de woestijn in. Alsof hij daar het leven moet leren. Hij mag dan gedoopt zijn, hij mag dan Gods geliefde zoon zijn, maar of je met die titel er komt in het leven is maar zeer de vraag. Gods geliefde zoon word meteen op de proef gesteld. Ook hij moet het leven leren, met al zijn verleidingen en tegenslagen. Voordat hij zijn ‘programma’ proclameert wordt hij getest.

Maar Marcus begrijpt heel goed dat hij het daar niet bij kan laten, wanneer hij zijn medechristenen in vervolging, een hart onder de riem wil steken, hoop en troost wil bieden. Het verhaal dat hij componeert moet meer zijn dan een beschrijving. Want het was Marcus tenslotte begonnen om het verhaal van Jezus te vertellen en van zijn programma. Het laatste gedeelte vormt de afsluiting, maar tegelijkertijd ook de opening van wat volgt. Johannes de Doper wordt gearresteerd en verdwijnt in het verhaal voorgoed van het toneel. En dat biedt tegelijkertijd de opening naar het verhaal en het programma van Jezus. Dat moet mensen bemoedigen, hoop en troost bieden.

Dat programma is samengevat; “uw rijk kome”. Dat is geen incidentele mededeling, maar een programmatische aankondiging, die onverkort blijft gelden. In het verhaal van Marcus, maar ook tot op de dag van vandaag. Dat is het goede nieuws. Het eindigt niet bij de dood van Johannes, maar het begint bij het leven van Jezus.

Dan kunnen we ons afvragen; wat betekent dat voor de vervolgde mede christenen, waarvoor Marcus het verhaal voor verteld? Wat betekent dat voor de mensen die vandaag de dag, 2024, nog leven in de woestijn, die we zojuist benoemd hebben? Wat betekent dat voor ons, nog dagelijks blootgesteld aan de verleidingen van de Satan?

We lezen dit verhaal niet voor niets aan het begin van de veertigdagentijd. De tijd van bezinning, op weg naar Pasen. En is het niet juist deze tijd die veel mensen doet stilstaan bij alles wat aan verleidingen op ons pad komt. De veertigdagentijd is bij uitstek de tijd om stil te staan bij de verleidingen die wereld kent aan macht en geweld. Onderdrukking en uitbuiting.

In het verhaal dat Marcus ons verteld, in al zijn beknoptheid over het programma van Jezus, vermoeden we een antwoord, dat ons leven, ons zoeken en zuchten, diepgang, zin en betekenis kan geven. Dat mogelijk, hopelijk, hoop en troost kan bieden. Moge dat vermoeden ons deze veertigdagen inspireren en ieder van u op zijn of haar weg dragen.