Jesaja 65: 17 – 25

Verlangen naar de perfecte wereld?

Dit Bijbelgedeelte van Jesaja doet ook de ronde in wat je zou kunnen noemen een typisch Joods mopje. Het gaat over het gedeelte waarin wordt gesproken over dat de wolf en het lam dat samen zullen weiden.

Een gezin loopt door een Bijbels pretpark. In dat pretpark zijn allemaal verschillende Bijbelse taferelen nagebootst. Zo komen zij ook aan bij het tafereel dat in Jesaja  wordt besproken; een wolf en een lam zullen samen weiden. En tot hun grote verbazing lopen er inderdaad een wolf en een lam heel vredig naast elkaar. Ze zijn razend enthousiast als ze dat zien en ook verbaasd hoe dat toch kan. Wanneer ze een medewerker van het pretpark zien dat schieten ze hem dan ook direct aan en vragen hem hoe ze dat toch doen, een wolf en lam zo vredig naast elkaar. De medewerker kijkt hen verbaasd aan. Dan zegt hij ”nou dat is heel simpel hoor, het is gewoon een kwestie van iedere dag een nieuw lam”.

Dit mopje kenmerkt de manier waarop de Joden omgaan met hun Bijbelverhalen. Ze nemen ze serieus, maar kunnen ze tegelijkertijd heel goed relativeren. De Joodse humor staat daarom bekend, dat relativeren. Heel veel Joodse moppen gaan over Bijbelverhalen.

Dat relativeren is eigenlijk wat er ook gebeurt in het gedicht van Willem Barnard. Hij relativeert heel sterk dat verlangen naar een hemels Jeruzalem waarin alles perfect is. De straten van goud en een zee van transparant kristal. Willem Barnard heeft daar zo zijn twijfels bij. Hij stelt zich de vraag of hij er gelukkig zou worden. Hij heeft zo zijn twijfels zelfs of dat hemelse Jeruzalem wel bestaat. Wie zegt mij dat daar die engel woont met haar beminde trekken en haar oogopslag en haar stem. In het mopje waar ik mee begon komt daar, weliswaar met een grote glimlach, een antwoord op. Nee dat bestaat niet. De realiteit is altijd een andere. Namelijk dat de wolf altijd zal blijven jagen op het lam, dat is zijn instinct. Dat er geen hemels Jeruzalem bestaat met straten van goud en een zee transparant kristal. Er zal ook geen Jood zijn die dat gelooft. Zij geloven dat de Bijbelverhalen, verhalen zijn die iets willen vertellen, die een boodschap in zich dragen. Zo zijn er veel verhalen te vinden in de Joodse bijbel en dus ook in onze bijbel. De schepping, Jona in de walvis, om maar eens twee heel beroemde voorbeeld te noemen. Terwijl wij christenen in de loop der eeuwen deze verhalen steeds meer zijn gaan zien als geschiedenisverhalen, als waar gebeurde verhalen. Dat maakt humor over de Bijbel in christelijke, vooral orthodoxe kringen, altijd heel gevoelig. Afgelopen week zei iemand nog tegen mij; “als jong meisje geloofde ik die verhalen al nooit als ik in de kerk zat, maar het waren gewoon mooie verhalen, die mij iets probeerde te vertellen, maar als jong meisje had ik nog geen idee wat die verhalen mij probeerde te vertellen”.

De vraag die Willem Barnard stelt is of hij wel gelukkig zou worden in zo’n perfecte wereld. De vraag is in het algemeen of een mens wel gelukkig wordt in zo’n perfecte wereld. Nog los even van de vraag of het kan en of het bestaat die perfecte wereld en of we hem zouden moeten nastreven.

Dat laatste klinkt misschien vreemd. Want in de adventstijd zijn we toch in verwachting, in afwachting van de komst van Christus en is hij toch degene die ons wijst op die perfecte wereld, namelijk het koninkrijk van god.  

Die perfecte wereld  is verleidelijk, laten we eerlijk zijn! Geen moeilijke vragen, geen weerstand, gewoon ons leven verder leiden. Niemand die moeilijk doet of hoeft te doen. Alles is geregeld. Er is geen armoede meer, geen oorlog, geen racisme, niemand maakt meer ruzie met elkaar. Er zijn geen ziektes meer en zeker geen pandemieën. Er is geen klimaatcrisis meer, leiders van het volk, als die nog nodig zijn, houden met alles en iedereen rekening. Er gaat niemand meer dood en we hebben de kerk ook niet meer nodig.

Maar is dat ook het echte leven?  Er schuurt niks meer. Het leven is toch iets waar krassen en deuken over heen zijn gegaan. Waar het schuurt, waar het pijn doet, maar waar het ook weer kan genezen. Waar ruzie gemaakt wordt, maar waar ook weer vrede gesloten kan worden. In die perfecte wereld hoeven we niets meer te verlangen. Alles is klaar.

Maar het gaat misschien juist om dat verlangen, want ergens in ons achterhoofd weten we best dat die perfecte wereld nooit bereikt gaat worden, dat zou alleen maar frustratie opleveren en we hem misschien ook niet eens willen bereiken, want dan hebben we niets meer te verlangen.  Maar dat betekent niet dat we er  vandaag niet meer naar hoeven te verlangen. Dat we soms toch ergens even een moment hebben, een moment van perfectie, van geluk, van rechtvaardigheid en van eerlijkheid.

We zijn met elkaar wachters van de tijd. Dat klinkt zwaar, maar daar wordt niets anders mee bedoeld dan dat het vandaag, in het hier en nu het moet gebeuren. Heden, vandaag dus, zullen we de zon vinden. Als we in de Bijbel de zon vinden, dan betekent dat zoveel dat er warmte en liefde over de wereld zal schijnen. In deze tijd zal gerechtigheid gevonden moeten worden en gestut. Daar moeten we iedere dag, in deze tijd, naar blijven verlangen.

Dat verlangen moet blijven bestaan, vandaag. Dat verlangen klinkt door in ongelofelijke mooie verhalen die ons verteld worden in de bijbel. Dat verlangen wordt zichtbaar in ieder nieuw geboren kind.