Huilen

In de kring van familie, zes volwassen kinderen, waar ik gast was, om de uitvaart van hun moeder te bespreken zat ook Frank. Hij was de oudste zoon van de overleden vrouw. Frank was, naar schatting, ergens tussen de 70 en 75 jaar. Niet zo raar, want zijn moeder was 98 jaar geworden. Links van Frank was het raam dat een blik gunde op de tuin, die tot het laatste moment door zijn moeder zorgvuldig was onderhouden. Zijn broers en zussen vertelde bedroefd, maar zeker ook met een glimlach, over moeder en over haar bij vlagen zware leven. Frank nam niet deel aan dit gesprek. Consequent bleef hij uit het raam kijken. Enigszins onderuit gezakt, met zijn handen op zijn corpulente buik. Zorgvuldig mijn blik vermijdend. Ik vroeg mij af wat er in Frank omging. Maar het was niet dé sessie om deze therapeutische vraag op tafel te leggen. Dus bleef ik gissen. Was hij niet gelukkig met mijn komst, als dominee? Was hij niet gelukkig met de richting van het gesprek? Soms draaide hij zijn hoofd even om, bromde wat onverstaanbaars en keek weer de tuin in.

Op de dag van de uitvaart in een stampvolle kerk nam de familie plaats op de eerste rij in de kerk. Rond de geopende kist van moeder. Ook nu weer vermeed Frank zorgvuldig mijn blik. Ook nu weer enigszins onderuit gezakt, met wederom zijn handen op zijn corpulente buik, waarover het overhemd iets te strak gespannen zat en de stropdas slordig gestrikt er langs hing, keek hij naar de grond, richtte af en toe zijn hoofd op om naar zijn moeder te kijken. De dienst verliep geheel volgens planning. Aan het eind nodigde de uitvaartleidster de kinderen naar voren om de kist van moeder te sluiten. De uitvaartleidster overhandigde aan de jongste van het stel de deksel van de kist. Met trillende handen werd die op de kist gelegd. De andere kinderen kregen allemaal zo’n houten knop in de handen geduwd om de kist definitief te sluiten. Opdat moment barstte Frank uit in een enorme huilbui. Met tranen als een waterval, met prachtige geluidsuithalen naar boven en beneden. Met zwaar schokkende schouders, deed deze grote man pogingen om met trillende vingers het deksel vast te zetten op de kist. Wat niet meteen lukte, waardoor dat laatste afscheidsritueel alleen maar langer duurde. Toen alle knoppen waren aangedraaid, de kist definitief gesloten, bleef Frank diep bedroefd, nog steeds huilend, bij de kist staan terwijl hij zwaar leunde op de schouder van een van zijn zussen.

Ineens vermoedde ik dat ik wist wat er in Frank omging toen ik bij hen te gast was. Hij wilde niet huilen! Na nog een korte tijd bij zijn moeder te hebben gestaan liep Frank, begeleid door zijn zus, terug naar zijn plaats in de kerk. Terwijl hij aan mij voorbijliep keek hij me aan….